De geur van versgebakken brood, wie houdt er niet van? Een brood dat net de oven heeft verlaten heeft vaak nog een knapperige korst en is zacht en luchtig van binnen, heerlijk in combinatie met een laagje gezouten roomboter. Een brood bakken kan in principe iedereen, het is vooral een kwestie van veel oefenen, geduld hebben en gebruik maken van de juiste tools en ingrediënten. Wil jij je eigengebakken brood naar een hoger niveau tillen, lees dan snel verder voor een aantal handige baktips.
Kies de juiste ingrediënten
Uiteraard begint een lekker eigengebakken brood met de juiste ingrediënten, dit is immers de basis van je brood. Een brood is al heel simpel te maken met tarwebloem, water, gist en wat zout. Uiteraard kun je ook broodmeel kopen of tarwebloem vervangen voor volkorenmeel. Wanneer je de ingrediënten in huis hebt kun je beginnen met het maken van het deeg. Het is altijd belangrijk dat de ingrediënten op kamertemperatuur zijn. Zorg dat je de gist oplost in warm water (of melk), het liefst rond de 35 a 40 graden, hiermee activeer je de gist en dat is belangrijk voor een goed eindresultaat. Pas ook op met zout en verse gist, doe deze twee ingrediënten niet direct bij elkaar maar doe het zout los door het meel anders wordt de gist gedeactiveerd.
Maak gebruik van handige baktools
Voor het bakken heb je wel een aantal basis baktools nodig, denk bijvoorbeeld aan een keukenweegschaal, deegkrabbers, bakblik, rijsmandje, deegroller en een fijne mengkom. Koken komt iets minder precies dan bakken, om goed te kunnen bakken moet je je houden aan de aangegeven grammen en daarom is een keukenweegschaal een onmisbaar item voor een thuisbakker. Omdat brooddeeg goed gekneed moet worden is een keukenmachine een fijne tool om je hierbij te helpen. Echter is het kneden van het deeg ook heel goed met de hand te doen, wellicht geeft het zelfs iets meer voldoening!
Kneden, kneden en nog eens kneden!
Om een goed brood te bakken moet je het deeg goed kneden. Door het deeg te kneden, krijg je een veerkrachtig en elastische deeg doordat de eiwitten (gluten) glutenstrengen hebben gevormd. Het kneden doe je vooral door te duwen en te vouwen, het liefst op een werkblad dat bestuift is met wat bloem. Het duwen en vouwen van het brooddeeg doe je minimaal 10 minuten, dit is dus best een flinke workout. Het brooddeeg is goed wanneer deze glad en elastisch is, en mag ook zeker niet plakkerig zijn. Wil je echt zeker weten dat het deeg goed is, doe dan de “ruittest”. Neem een klein stukje brooddeeg en rek het uit in vier richtingen. Het doel is om het uit te kunnen rekken tot een dunne, doorzichtige ‘ruit’ zonder dat het breekt. Als het deeg toch scheurt, ga je verder kneden voor minimaal 5 minuten. Wanneer je tevreden bent laat je het deeg met rust en begint het rijzen.
Laat het deeg voldoende rijzen
Ook het rijzen is een belangrijke onderdeel van het maken van een goed brood. Het is belangrijk dat het deeg op de juiste temperatuur kan rijzen, het liefst op kamertemperatuur en het mag zelfs iets warmer zijn. Zet het deeg bijvoorbeeld op de verwarming of in het zonnetje. Dek het deeg altijd af met een schone theedoek of folie. Een brooddeeg, afhankelijk van het recept, moet minimaal 1uur rijzen voordat het brood de oven ingaat.
Tot slot nog een aantal korte tips. De baktijd kan variëren, dit heeft onder andere te maken met het recept maar ook de soort oven. Om te checken of je zelfgebakken brood klaar is, geef je er een lichte tik op. Klinkt het hol? Dan weet je dat het perfect gebakken is. Het brood kun je het beste bewaren in een schone theedoek, zo blijft het brood lekker vers en behoud je een knapperige korst. Succes!